Ik geloof in Vlaanderen.be

Ton de Mik

Het persoonlijk getuigenis van één van de oprichters

Als eerste zal ik mij even voorstellen. Mijn naam is Ton. Sinds maart 2017 woon ik in België. Daarvoor heb ik 2 jaar in Brussel (Sint-Pieters-Woluwe) gewoond. Nu woon ik in Namen. Een groot gedeelte van mijn leven heb ik in Delft doorgebracht. Daar ben ik geboren en getogen. Deze middelgrote plaats heeft ongeveer 100.000 inwoners en ligt tussen Den Haag en Rotterdam.

Achteraf ben ik mijn ouders dankbaar dat we elke zondag twee keer mee moesten naar de Hervormde kerk. Met veel plezier denk ik nog terug aan mijn tijd bij de jeugdclub van de kerk waar ik vanaf mijn zestiende lid van was. We maakten daar met een hoop jongeren veel lol. Daarnaast waren er in die tijd (de tweede helft van de jaren tachtig) al jongeren die serieus bezig waren met hun relatie met God. Daar discussieerden we dan over na eerst geluisterd te hebben naar een presentatie van één van ons over een thema of een gedeelte uit de Bijbel.. Nog levendig kan ik me voor de geest halen dat een meisje moest huilen toen ik vertelde dat ik niet geloofde en het me allemaal ook niet zoveel interesseerde. Gezelligheid en ‘erbij willen horen’ was voor mij het belangrijkste. De derde helft, van de zaterdagavond, na de jeugdvereniging eindigde bij Kobus Kuch, een café in het centrum.

kobus kuch

Op mijn tweeëntwintigste hebben 2 vrienden en ik een grote fietstocht gemaakt. Dit is nog steeds één van de mooiste periodes van mijn leven. Op een avond stond ik bij een vriend in zijn kamer naar een landkaart te kijken. Hij vertelde mij dat hij het plan had opgevat om van Delft naar Singapore te gaan fietsen. Ik dacht, hier moet ik bij zijn en ik zei bijna meteen spontaan : Ik ga mee.  

Maar die vriend van mij dacht ? Is Ton wel capabel om lange afstanden te fietsen en hij nam mij voor mijn eerste serieuze fietstocht mee naar Brussel. Vanaf Jette ben ik toen in één dag, 180 kilometer ver, naar Delft gefietst. En gelukkig kon ik, die vriend van mij, in het wiel volgen en had hij het gevoel dat het wel goed zou komen. Sindsdien heb ik af en toe vaker in België gefietst en is mijn fascinatie voor ons land begonnen. Ik vond het zo bijzonder dat er een klein landje was met 2 talen waar ze er onderling af en toe niet zo makkelijk uitkomen. Verder realiseerde ik mij dat Nederlandstalige mensen, 100 kilometer verderop in Vlaanderen, heel anders zijn dan de Nederlanders in Delft. Tot vlak daarvoor had ik eigenlijk alleen maar in en rondom Delft gewoond en geleefd. Mijn wereld was dankzij het fietsen wat groter geworden.

Een goede gewoonte van de Vlamingen is de lengte van het feest op een bruiloft. Een keer in mijn leven heb ik een Vlaamse bruiloft meegemaakt. Het feest duurde tot 5 uur in de ochtend terwijl Nederlanders er vaak om 24 uur of ietsje later een einde aan breien. 

Op 1 juli 1993 op de markt in Delft was het dan zover. Er werd een startschot gelost en we waren met z’n drieën vertrokken. Het nieuwe fietsdoel was Kathmandu geworden. Een aantal mensen in mijn kerkelijke gemeente waren bezorgd of ik wel op het juiste pad zou blijven en ik heb een paar keer gehoord dat er voor mij gebeden zou worden.    

De eerste nacht hebben we in een tentje bij de Moerdijkbrug geslapen. Aangezien ‘wild kamperen’ verboden is, werden we wakker getoeterd door de brugwachter. De eerste zondag op de fiets zat ik in het café en was blij dat ik niet naar de kerk hoefde.

Na een paar weken begon het toch te kriebelen van binnen en had ik voor het eerst van mijn leven zelf de motivatie om naar de kerk te gaan. In Italië kan ik me nog herinneren dat we samen met mijn vrienden behoorlijk bezweet een dorpsplein op kwamen fietsen. Over 15 minuten zou de mis beginnen. Het enige wat ik kon vinden om mijzelf te wassen was een fontein in het midden van het plein. Na mij samen met één vriend snel gewassen te hebben ben ik naar de mis gegaan waar ik overigens verder niets van kon verstaan. Na afloop vertelde een dame mij nog in het Engels dat ze een kaarsje voor mij aangestoken had. Dat vond ik wel sympathiek.  

Tijdens de fietstocht ben ik verder nog in Griekenland, Turkije, Syrië, Jordanië en Egypte naar de kerk gegaan. Uiteindelijk zijn we met z’n tweeën in Zuid-Egypte (Luxor) uitgekomen en niet in Kathmandu. Dit vanwege de onveilige situatie in Oost-Turkije in die tijd. Eén van ons heeft nog het vliegtuig naar India gepakt en is geëindigd in Zuid-India.

In Amman, de hoofdstad van Jordanië ben ik ook naar de kerk gegaan. Eén van mijn vrienden had vroeger samen met z’n ouders 7 jaar in El-Kef in Zuid-Tunesië gewoond. Als goed doel voor de fietstocht hadden wij daarom geld voor een Islamitisch kindertehuis in dat dorpje opgehaald. In Amman, in een Amerikaanse kerk kwam ik een Canadese jongen tegen die in precies datzelfde plaatsje, in El Kef, in Tunesië, een christelijk kindertehuis wilde oprichten. Wow dacht ik, het kan niet zomaar zijn dat ik deze jongen tegenkom. Dit moet gedirigeerd zijn door God. Ik heb altijd wel geloofd dat er een God was maar niet dat hij zich ook persoonlijk met je bemoeide. Deze ontmoeting maakte indruk op mij.

In december 1993, na 5 maanden, 10.000 kilometer en 7 lekke banden verder, kwam ik weer terug in Delft. Helaas kwam ik weer met beide voeten op de grond terecht en moest weer verder met mijn afstudeeropdracht die maar niet wilde lukken. Vanaf januari volgde ik catechisatie bij de dominee en de verhalen uit de Bijbel interesseerden mij steeds meer.

start fietstocht
1 juli 1993 : de start van onze fietstocht op de Markt in Delft (bron : de Delftsche Courant)

Pasen 1994 was voor mij een belangrijk moment. Op tweede paasdag zat ik op mijn kamer en moest ik wenen. Ik had het gevoel dat het goed was om te knielen voor mijn bed en te kiezen voor God.

Dat heb ik toen ook gedaan. In een gebed heb ik mijn leven aan God gegeven. Hij mocht vanaf dat moment aan het stuur zitten. Drie dagen daarna, op vrijdagochtend, voelde ik een heilig vredig gevoel in mijn hart. Er staat in de Bijbel, dat als je gaat geloven, je de Heilige Geest in je hart krijgt. Dit is een zekerheid dat jezelf weet dat je bij God hoort.

Toen ik gelovig was, wist ik helemaal niet wat ik moest doen. Een paar zondagen daarna ben ik aan een paar mensen in de kerk daarover advies gaan vragen. Men wist mij te verzekeren dat het belangrijk is om de Bijbel te gaan lezen. Dat ben ik in de periode daarna dan ook heel veel gaan doen. Al lezend heb ik toen pas geleerd dat naastenliefde naast de liefde tot God het belangrijkste is. Tot mijn ommekeer vond ik het belangrijk om vooral met mensen om te gaan waarin ik zelf geïnteresseerd ben maar daarna heb ik ook geleerd om te kijken naar anderen en daar iets goeds voor te doen.

Vanaf 2002 ben ik theologie gaan studeren in Ede. Daar heb ik ook een lerarenopleiding gevolgd. Inmiddels ben ik leraar Protestantse Godsdienst in Vlaanderen. 

En nu ? ben ik nu veranderd ? Ben ik nu beter dan vroeger ? Als eerste kan ik melden dat ik sowieso niet beter ben. Ik ben rechtvaardig omdat ik in Jezus geloof. Hij is voor mijn zonden aan het kruis gestorven. Dat is mijn toegangspas tot God en niets anders. Ik hoop dat anderen mij ietsje socialer vinden dan voor mijn omkering. Met vallen en opstaan probeer ik te leven zoals God dat wil. Maar ja, ik vecht nog steeds tegen mijn zwakten. Met Paulus, die veel van de brieven van het Nieuwe Testament heeft geschreven : schreeuw ik het soms uit : Wie zal mij, ongelukkig mens, redden uit het bestaan, dat beheerst wordt door de dood ? (mijn zonden, Romeinen 7 vers 24). Gelukkig staat daar direct achter : God zij gedankt, door Jezus Christus, onze HEER. (Romeinen 7:25). Ik hou nog steeds van het cafe. Heel gelukkig ben ik als ik bijvoorbeeld aan een pilsje nip op het terras van Brasserie Le Royal in Namen, mijn favoriete Belgische plaats.  

Ton de Mik, Namen